Deontologie

Deontologie van de bedrijfsjurist

De bedrijfsjurist is onderworpen aan de naleving van een professionele deontologische code, die zijn rol, verantwoordelijkheid en wijze van uitoefening van het beroep bepaalt.

De 10 hoofdpunten van de deontologische code

  1. In volledige intellectuele onafhankelijkheid handelen
  2. Loyaal de belangen van de werkgever en de rechtsstaat verdedigen
  3. Bekwaamheid continu ontwikkelen en deskundigheid vertonen
  4. De sleutelrol als vertrouwenspersoon opnemen en de vertrouwelijkheid beschermen
  5. Risico’s en opportuniteiten identificeren en evalueren en wetsconform adviseren
  6. Duurzame en billijke oplossingen nastreven
  7. Geschillen voorkomen en minnelijke beslechting verkiezen
  8. Confraternele relaties met andere bedrijfsjuristen onderhouden
  9. Respectvol met andere juridische beroepen omgaan
  10. De titel bedrijfsjurist hanteren in de professionele sfeer

Tuchtsancties

Inbreuken op de deontologie van de bedrijfsjurist kunnen leiden tot tuchtsancties. Deze procedure is uitgewerkt in het tuchtreglement van het IBJ, dat bij Koninklijk Besluit is vastgesteld. De tuchtbevoegdheid wordt in eerste instantie uitgeoefend door de Tuchtcommissie. Tegen de beslissingen van de Tuchtcommissie kan beroep worden aangetekend bij de Beroepscommissie. Tegen een beslissing in beroep is een cassatieberoep mogelijk.

De mogelijke tuchtstraffen zijn: een waarschuwing, een berisping, een schorsing of een schrapping. De kosten van de procedure kunnen ten laste worden gelegd van de veroordeelde persoon.

Als u vragen heeft of als externe partij een klacht wilt indienen wegens een mogelijke schending van de deontologische regels, neem dan contact op met de voorzitter via voorzitter@ibj.be.